Vroeger was die dijk veel lager en overstroomde soms zelfs. Als je goed kijkt zie je dat Renkum aan het eind van de Bokkedijk op een hoogte ligt.
Toch kwam ook vroeger al op die hoogte een opgeleide beek, de Molenbeek, onder de dijk door. Vóór de eerste huizen aan de linkerkant van de rijksweg (Rijksweg 195) zie je een sluisconstructie onder aan de wegberm, bij het hek naar het paardenweitje. De Molenbeek kwam daar vanaf de papierfabriek verderop in het Renkums beekdal.
Als u hier de Rijksweg oversteekt en de Bokkedijk opgaat dan kunt u vooraan in de bocht achter het gesloten hekwerk ook nog zo'n soort sluisconstructie zien waar de (altijd droog staande) Molenbeek onder de weg uit komt. Vroeger stroomde deze beek vanaf hier ten Zuiden achter de tuin van Campman langs, in Oostelijke richting naar de oude veerstoep van het Renkumse Veer dat daar tot 1973 aanmeerde, nu achter de Parenco.
In de cultuurhistorische wandelgids van Ruud Schaafsma "De Renkumse en Heelsumse beekdalen" vinden we op pp. 105-108 het volgende:
Ze zijn niet
gemakkelijk te herkennen, maar in het Renkums Beekdal liggen drie dijken. De bekendste
is de dijk waarover de huidige rijksweg N225 door het beekdal loopt. Deze wordt
door Renkumers de 'Bokkedijk' genoemd, naar de zojuist genoemde herberg en de
brouwerij. De dijk wordt al vermeld in een brief over een nieuwe begrenzing
tussen Harten en Wageningen uit 1539, dan nog onder de naam 'Onser lieff Frauwen
diicksken'. De dijk had in het midden een sluisje, waardoor het water van de Rietkamp
- het Broek - in de Strang liep. In die tijd was de Nederrijn nog nauwelijks bedijkt,
waardoor het water niet zo hoog kwam als nu. Tot 1820 lag de weg bij het café
erg laag en de passage van het beekdal was hierdoor een zwak punt in de route
van Arnhem naar Wageningen.
De weg en het beekdal stonden bij hoog Rijnwater
regelmatig blank, soms tot boven de Hartenseweg. Dit was deels Rijnwater, deels
gestuwd beekwater. Bas Noppen, een Renkumer die een dagboek bijhield, dat in
boekvorm is uitgebracht, beschrijft hoe de Bokkedijk in 1820 werd opgehoogd:
"Deze
dijke verbindt de Wageningsche berg met de Renkumsche heuvelen en is opgeworpen
van den grond, die men verkreeg door aan beide zijden breede grachten te
graven, in plaats van zand te halen van den berg. Zoo heeft men toen kostbaar
weiland vergraven."
Het dijkje werd
opgehoogd en het bruggetje over de beek werd vervangen door een sluisje. Aan
beide zijden van de Bokkedijk werden bomen aangeplant. Halverwege naar boven op
de Wageningse Berg staat een opvallende, monumentale boom. Deze ongeveer 150 jaar
oude beuk staat op een hoge plek op het landgoed Oranje Nassau’s Oord en is een
zogeheten 'doeleboom'. De boom gaf de richting aan waarde reiziger het Renkums
Beekdal kon oversteken. Het sluisje uit 1820 is in 1930 vervangen door een elektrisch
gemaal. Bij hoogwater van de Nederrijn gaat de sluis dicht en als het beekdal dan
volstroomt met beekwater en kwelwater vanuit de Nederrijn, wordt het er door
het gemaal uitgepompt. Het waterschap bedient en onderhoudt dit inmiddels
historische gemaal. Ondanks de eerdere ophogingen stroomde het Rijnwater in de
eerste helft van de vorige eeuw nog steeds zo nu en dan over de Bokkedijk.
Daarom vond in 1948 nogmaals een ophoging plaats. De zuidkant van de dijk kreeg
in 1996 een verhoging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten